Interview met een Tijdgeest
hoofdzakelijk over markt en milieu
G. van Dijk 1
1.
Verantwoording
Zoals dr F. de Graaff op sommige plaatsen in zijn oeuvre spreekt van geestelijke tussenpersonen tussen de Allerhoogste en de mens, zoals de god van het westen, zo zou men ook met personificatie kunnen spreken over de Tijdgeest. Het is niet voor het eerst dat van een Tijdgeest wordt geschreven. Dr O. Jager publiceerde ooit een bundel essays onder de titel 'Interview met de tijdgeest' 15 en dr W. Aalders kreeg een liber amicorum met een selectie van zijn artikelen aangeboden: 'De tijdgeest weerstaan'. 4 Steeds valt op dat 'tijdgeest' een negatieve klank heeft. De tijdgeest wijkt af van de waarheid, hij misleidt, is gevaarlijk, moet weerstaan worden en wordt geassocieerd met oppervlakkigheid.
De Tijdgeest die door ons wordt geïnterviewd is niet zo.
Onze Tijdgeest moet worden gezien als een personificatie van een corrigerende
invloed. Hij past dus in een bepaald wereldbeeld.
Om dit te verduidelijken moet worden teruggegrepen op de
discussie over 'de machten', zoals die enige tijd geleden nog werd gevoerd door
voornamelijk theologen en filosofen, maar waar ook sociologen aan deelnamen.
Berkhof 8
Mag men van persoonlijke machten spreken, bijvoorbeeld
over een tijdgeest of 'de god van het Westen'?
Verschillende auteurs hebben machten beschreven als
'gebinten der wereld', gedragspatronen, instituties, traditie en moraal,
politiek systeem of de ontwikkeling der techniek. Het is dus niet gemakkelijk
om na te gaan of men er persoonlijke machten mee heeft bedoeld. Het is
vermoedelijk een typisch Joodse gedachte om van personificatie uit te gaan en
aan te nemen dat persoonlijke machten zoals engelen en demonen overal, en ook
hoog en laag kunnen wonen, zowel op de aarde als in de lucht erboven. Kakes 16
De mens is een weinig minder gemaakt dan een Elohim, een
hemelwezen. Maar juist hierdoor kan hij de gemeenschap met de hemel openhouden.
Na de catastrofe, de val, krijgen chaos en dodenrijk vat op de aarde, want de
mens dient en hoedt de aarde onvolkomen. Niet kan gezegd worden dat de donkere
machten nu vrij spel hebben. Nog altijd is er een vijandschap, die God gezet
heeft tussen slangezaad en het zaad van de vrouw, het Kind in de kribbe. Het bruggehoofd
Gods in deze wereld is, sedert de Kerstnacht, onoverwinnelijk geworden. De
macht van chaos en dood is niet reeds uit de wereld gebannen. Het is zelfs zo
dat de strijd er tegen heftiger en verschrikkelijker is geworden, maar het
betekent ook dat wie hiertegen strijdt, niet behoeft uit te wijken naar de
hemel, maar op de aarde zelf de bron van de harmonie, het herstel van alle
dingen kan vinden. Ieder ogenblik worden wij bemoedigd door de tekenen, die
voor onze dagelijkse ervaring zichtbaar worden.
In The Pilgrims
Regress 25 heeft Lewide
werkelijkheid van die tekenen verbeeld in het gesprek tussen John (de reiziger)
en de kluizenaar 'whose name was History'. 24 History spreekt over de
strijd tussen The Landlord (de Allerhoogste) en The Enemy:
"The Enemy's agents are everywhere at
work, spreading illiteracy in one district and blinding men to the pictures (=
machten/engelen die mensen naar God wijzen buiten Het Woord, The Rules, om; GD)
in another. Even where Mother Kirk is nominally the ruler, men can grow old
without knowing how to read The Rules. Her empire is always crumbling. But it
never quite crumbles: for as often as men become Pagans again, the Landlord
again sends them pictures and stirs up sweet desire and so leads them back to
Mother Kirk even as he led the actual Pagans long ago."
In 'Th Pilgrims Regress' wordt de verbeelding van de
Maagd Maria in de donkere middeleeuwen als een voorbeeld van 'new pictures'
verbeeld. Een voorbeeld dus van die tekenen waar De Graaff, hierboven
aangehaald, van gewaagt. En van deze tekenen kan de relatie naar 'machten'
worden gelegd, alsmede naar de personificatie van een nieuwe Tijdgeest. Een
prachtig citaat uit The 'Pilgrims Regress' kan vervolgens de achtergrond van de
Tijdgeest als corrigerende invloed verduidelijken. Hier is History aan het
woord:
"It does not always take the form of an
Island, as I have said. The Landlord sends pictures of many different kinds. What
is universal is not the particular picture, but the arrival of some messages,
not perfectly intelligibly, which wakes his desire and sets men longing for
something East or West of the world; ...something that tends inevitable
confused with common or even with vile satisfactions lying close to hand. [...]
The strangest shape it ever took was in Medium Aevum - that was a masterstroke
of the Landlords diplomacy; for of course, since the Enemy has been in the
country, the Landlord has had to become a politician. Medium Aevum was first inhabited
by colonists from Pagus. They came there at the very worst period in the
history of Pagus, when the Enemy seemed to have succeeded completely in diverting
all the desires that the Landlord could arouse into nothing but lust. These
poor colonists were in such a state that they could not let their fancies
wander for a minute without seeing images of black, craving eyes, and breasts,
and gnawing kisses. It seemed hopeless to do anything with them. Then came the
Landlord's crowning audacity. The very next picture he sent them was a picture
of a Lady! Nobody had ever had the idea of a Lady before and yet a Lady is a
woman; so this was a new thing, which took the Enemy off his guard, and yet at
the same time it was an old thing - in fact, the very thing which he was
reckoning on as his strongest point. He got the shock of his life. The people
went mad over the new picture, and made songs that are sung still, and looked
away from the picture at the real women around them and saw them quite
differently - so that ordinary love for women became, for a time, itself a form
of the real desire, and not merely one of the spurious satisfactions offered to
it." 24
Uit de geciteerde en verwezen literatuur komt naar voren
een wereldbeeld met als belangrijk kenmerk de verwevenheid van goed en kwaad.
Wanneer gesproken wordt over machten van bovenaardse aard dan wordt gewezen op
enerzijds de gevallen schepping, waarop de verleidende en verslavende machten
zoveel grip hebben, anderzijds wordt gesproken over machten die behoren tot een
schepping die niet geheel van God is los gescheurd. In De Gemeene Gratie
gaat Kuyper 19
In bovenstaande zin is onze Tijdgeest dus belast met de
correctie van instituties en van menselijk gedrag. Daarbij worden wel eens niet
al te fijnzinnige instrumenten gebruikt, maar dat is gezien de weerbarstigheid
van dit materiaal (de mens) ook geen wonder. Het gaat in dit essay over de
Tijdgeest van het hedendaags economisch leven. Het betreft Tijdgeest Markt.
Tijdgeest Markt, met wie wij een interview mochten hebben, is de Eerste
Secretaris van de god van de economie. Hij wil laten zien dat het met de
huidige samenleving niet goed gaat, er moet wat nieuws komen. Nieuw denken over
economie en samenleving heeft te maken met het krijgen van een realistischer of
waarheidsgetrouwer wereldbeeld. Vrijheid en marktgedrag hebben daar heel veel
mee te maken, zo blijkt uit het gesprek.
In onze dagen heeft deze Tijdgeest zijn bewind fors
uitgebreid. Tot zijn domein horen nu ook Oost-Europa en het milieu.
Een gesprek met een zo belangrijk personage levert
vanzelfsprekend meer inzichten op dan, in kort bestek, onder woorden kan worden
gebracht. Er is dus een selectie gemaakt. Toch zal lang niet iedereen dit
gesprek kunnen waarderen. Een Tijdgeest, zo is ons gebleken, zegt nu eenmaal
niet altijd de dingen die aangenaam zijn of voor de hand liggen. Hij streelt de
cultuur-pessimisten niet, noch wil hij in het gevlei komen bij de
evolutionistisch-optimisten. Uiteraard prijst en wijst hij op veranderingen die
uit z'n eigen koker komen. Daarom worden alleen zij die op rijpere leeftijd
zijn, de gave des onderscheids enigszins hebben ontvangen en hun jeugd niet al
te slordig hebben besteed, tot lezing uitgenodigd. En zelfs zij kunnen nu nog
tot afzien van verder lezen besluiten.
Een interviewer aan wie het voorrecht van een dergelijk
interview te beurt valt, vraagt zich wel af of hijzelf nu wel de juiste persoon
is om zulk gewichtig werk te verrichten. De kans op herhaling valt nauwelijks
binnen één generatie te verwachten! Immers wanneer een Tijdgeest een reële
macht wordt en iedereen op zijn handelen anticipeert, wordt zijn werk veel
moeilijker. De activiteiten van een Tijdgeest sorteren nu eenmaal het meest
effect wanneer ze niet worden opgemerkt, dan wel gebagatelliseerd. Dat wij
niettemin de gelegenheid te baat hebben genomen, moet worden gezien in het
licht van een uitnodiging die wij terzelfdertijd ontvingen. Het betrof de
invitatie een bijdrage te leveren aan het Liber Amicorum dat ter gelegenheid
van zijn 75e verjaardag aan dr F. de Graaff wordt aangeboden. Deze
persoonlijke uitnodiging en de zekerheid dat dr De Graaff een vriend is die
onze vrijpostigheid om dit voorrecht voor onszelf te houden zeker zal
billijken, hielpen ons over onze aarzelingen. De tijd is gewoon rijp.
2.
Tijdgeest, mammon en de god van het economisch leven.
[Wij]
Allereerst willen wij U hartelijk danken voor
het feit dat U in dit jachtige economische leven tijd wilde vrijmaken voor een
interview.
[T.M.]
Wel, ja, het is natuurlijk een bijzondere
gunst. Aan de andere kant - jullie danken dit voorrecht meer aan het feit, dat
ìk de tijd rijp vond dan aan iets anders. Ik zit inmiddels zo vast in het zadel
en word in jullie gewesten zo ernstig aanbeden dat enige zelfspot mij als heel
weldadig voorkwam. Ha, een Tijdgeest lijkt soms op iemand die op een stier
rijdt: hij moet vooral in het zadel blijven. Maar ik heb nu het gevoel dat dat
zadel een leunstoel op een draagbaar is geworden.
Wat doet een Tijdgeest in zulke omstandigheden? Hij
relativeert zijn eigen betekenis. Bij voorbeeld door de dingen in een wat
breder perspectief te plaatsen. Dat is vooral nodig voor al die bijziende
priesters (= economisten, GD) die zich onder mijn stoel bevinden.
[Wij]
Uw macht en dominie zijn inderdaad gigantisch.
Hoe bereikt een Tijdgeest zo'n positie? Wat zijn de aandrijvende krachten? Is
het vooral een kwestie van begeerte en geldzucht aanwakkeren?
[T.M.]
Het is duidelijk dat ik met krachten en
machten moet omgaan die niet mis zijn. Die gaan jullie verbeelding ver te
boven. Dat is maar goed ook. Hoewel, als jullie wat beter zouden zijn ingewijd
dan zouden allerlei lichtzinnigheden met betrekking tot markt en economie niet
zo kwistig worden rondgestrooid. De geldzucht en de begeerte zijn niet de
instrumenten waarop ik mij verlaat. Dat wil overigens niet zeggen dat ik ze
niet af en toe benut. Het zijn krachten die reëel zijn, maar er zijn machten
die de bronnen van deze krachten beheersen. Maar hoe dan ook, het is onjuist om
geldzucht tot mijn bedrijf te rekenen. Het is ook onjuist om mij als de hoogste
macht met betrekking tot het economisch leven te beschouwen. De meerderheid van
de mensen doet dat wel. Zij vragen niet meer dan ìk kan geven. Dat maakt mijn
werk zowel eenvoudig als moeilijk, namelijk hoe breng ik ze verder?
[Wij]
U spreekt over Uw superieuren. Wie zijn dat?
[T.M.]
Mijn eigenlijke chef is de god van het
economisch leven. Zijn tegenstrever is de mammon. De mammon is niet mijn chef,
maar zijn macht is wel superieur aan de mijne. Hij is nog voor slechts weinigen
een (oude) bekende. Door velen wordt hij met mij of met mijn baas verward.
Althans, in jullie gewesten. Hier, in onze sferen weten wij wel beter. Zowel
mijn eigen baas als mammon zijn sturend bezig en maken gebruik van krachten en
activiteiten die voor hun gegevenheden zijn. Alleen, als mammon zou sturen dan
zou dat bij een gegeven economisch doel systematisch leiden tot het gebruik van
de verkeerde middelen. En dat is kwaad. Mammon staat dus aan de kant van het
kwade. Mijn baas probeert dat te verhinderen. Hij staat dus aan de kant van het
goede. Ach ja, wellicht heeft een zekere Nietzsche aan het gebrek aan inzicht
in goed en kwaad met betrekking tot het economisch leven gedacht toen hij zei:
"Om de mens kun je lachen, je kunt er
om wenen, in elk geval moet er wat anders komen".
[Wij]
Maakt het wat uit? In de economie gaat het over
geld en het geld wordt de wortel van alle kwaad genoemd.
[T.M.]
Die uitspraak is een waarschuwing, maar
het is een waarschuwing die reeds lang in de wind is geslagen En het is daarom
dat machten als mammon zowel als de god der economie zijn versterkt. In het
bijzonder vloeit mijn aanstelling en optreden daaruit voort. En het is om die
reden dat ik macht heb gekregen.
[Wij]
Neemt U ons alstublieft niet kwalijk dat wij
dat onderscheid tussen U, Uw baas en mammon (nog) niet goed voor ogen hebben.
Maar met het citaat "het geld is de wortel van alle kwaad" wordt naar
ons oordeel aangegeven dat U en Uw superieuren toch tenslotte allemaal onder
'de overste van deze wereld' ressorteren.
[T.M.]
Het citaat is bekend (er staat overigens
'geldgierigheid') en de opmerking dat ik onder de overste van deze wereld zou
horen is ook niet nieuw voor mij. Mag je hieruit dan de conclusie trekken dat
alle economisch handelen kwaad is? Of druk je hiermee een visie uit die er op
neer komt dat het eigenlijk kwaad is om met geld om te gaan, maar dat dit kwaad
noodzakelijk is en dus al met al niet zinledig is dan wel met een knipoog mag
worden afgedaan?
Ik neem even de tijd om jullie wat meer duidelijkheid en
inzicht te verschaffen. Kijk, alles in jullie wereld tintelt van activiteit.
Het simpelste onkruidje is levendiger en mooier dan de schoffel van de tuinman. 22 Het water
stroomt, er staat druk op en het moet soms in banen of kanalen worden geleid.
Zo ook in het menselijk handelen. Waar komt die druk(te) in het maatschappelijk
leven vandaan? Hier vandaan, dat ieder mens één diep ingewortelde behoefte in
zijn leven meedraagt, namelijk om met zijn eigen bijzondere gaven werkzaam te
mogen zijn. Om te mogen komen tot de volle ontplooiing van het innerlijk zijn,
zó dat de verschillende goede krachten waarmee een mens geboren werd, ook
werkelijk tot uiting komen. Ieder mens zoekt een plaats waar hij zich geven
kan, waar het eigene van het leven tot zijn recht komt. Dat ideaal is een groot
en redelijk ideaal. Het veronderstelt dat jullie in een zinvolle wereld leven. 7
Stel nu daar tegenover de waarneming dat ontzaglijk veel
mensenlevens onbevredigd, nutteloos verlopen. Tussen haakjes weten jullie hoe
dat komt? Voor die allen is het geld (of verstrooiing) de troost die de
innerlijke onvrede wegschertsen kan. Het geld geeft accent, het onderstreept
het woordje 'IK', het maakt dat mensen zich weer wat gaan voelen, dat ze gaan
denken dat ze iets zijn. Daarom verhoogt het hun waarde, althans het besef van
hun waarde. Bovendien schenkt het geld hun het vermogen om zich meer en beter
te ontplooien en zo hun ideaal te benaderen.
Geld geeft de mogelijkheid tot levensontplooiing. Het
ontsluit zelfs de universiteiten en de boekenwereld. Het geeft mogelijkheden
tot verfijning van de geestontwikkeling, van het verstand. In het leven biedt
het de weg tot verantwoordelijker ambten, waarin zich de volle persoonlijkheid
meer geven kan. Daarom zijn er zoveel goede ouders die dromen van geld, die
worstelen om geld, opdat ze hun kinderen dat alles bieden mogen.
[Wij]
In diepste wezen dus liegt het geld?
[T.M.]
Dat is zo. Maar toch! Toch moet de omgang
ermee bijdragen aan zingeving of, anders gezegd, aan de heiliging van de mens.
Geld verdeelt nu eenmaal schaarse goederen, het verdeelt mogelijkheden. Door
dat duidelijk te laten zien draagt de god der economie bij tot het bewerken van
een heiliging van de mens. In het domein van de economie gaat het immers om
keuzes maken. Alsmaar meer keuzes. Het leven is één verschrikkelijke keuze,
economisch beschouwd. Welnu in de richting, de intentie van al die dagelijkse
keuzes ligt een fundamentele keuze: namelijk gaat het om het 'hebben' of om het
'zijn'? Ook met betrekking tot economische goederen. Anders gezegd, zoals in
jullie Boek staat: wat baat het de mens als hij heel een wereld zou winnen
('hebben') en hij zou schade lijden aan zijn ziel ('zijn')?
[Wij]
Als wij het goed begrijpen, is het geld één
van die zaken waaraan wij mensen getoetst worden; het geld en de markt als
smeltkroes? Bedoelt U dat?
[T.M.]
Jullie trekken de conclusie die je in de
mond wordt gelegd. Ja wel, in zekere zin is het zo te beschouwen. Maar zou je
niet beter kunnen zeggen dat het geld het rad van Uw geboorte ontsteekt? Denk
aan de vraag die ik straks heb gesteld. Hoe komt het dat zoveel mensenlevens
onbevredigd verlopen? Waarom bezit het geld zo'n toverkracht, zo'n romantische
gloed?
Het geld legt koningsmantels om slavenzielen, maar het
kan ook grote en sluimerende gaven tot ontplooiing brengen. 6 In beide gevallen
geldt dat het geld zijn kracht put uit de diep gewortelde behoefte om als mens
iets met zijn gaven te kunnen doen. Een ideaal nogmaals, dat zijn wortel heeft
in krachten gericht op het dienen van een zinvolle wereld.
[Wij]
Geld put dus zijn kracht uit grote en
redelijke idealen. Maar daarom kan het zelf nog wel vals zijn?
[T.M.]
Bezie zaken als economie, geld en markt
vanuit het gezichtspunt dat goed en kwaad er in verweven zijn. Jullie mensen
worden tot handelen geroepen. Het beeld van een smeltkroes is nog niet eens zo
gek: goed en kwaad blijven lang dooréén gemengd maar worden uiteindelijk wel
gescheiden.
Om deze dingen te begrijpen gaan wij in onze gewesten uit van een hypothese omtrent de werkelijkheid in jullie wereld. Accepteer je een veronderstelling om een complexe werkelijkheid te verklaren dan kan
zo'n
hypothese alleen worden getoetst als je hem voor wáár houdt. 'An hypothesis
needs belief in order to be tested.'
Er is wel een diep en onuitroeibare behoefte aan God in
de mens, maar die drang wordt bevredigd, zo schijnt het de mens, door het
hebben van geld, macht en zekerheid. Er zijn echter grenzen, er is schaarste,
hoe knap sommige samenlevingen dat ook weten te verbergen. Ja, zelfs al wist
men de schijn van overvloed te wekken. Wat is nu de functie van het
marktmechanisme? De functie is om mensen zoveel mogelijk keuzeruimte te geven
en om de consequenties van een keuze zo breed en voor iedereen zo helder
mogelijk weer te geven.
[Wij]
Is dat dogma van de zondeval niet achterhaald?
Is dat niet een fase in de geschiedenis van de mensheid? Wij maken toch een
leerproces door en wij zijn er ook beter aan toe dan ooit.
[T.M.]
Het is alsof ik J.M. Keynes weer hoor
praten. Toen in 1930 heel de wereld gebukt ging onder een economische depressie
voelde hij zich gedwongen om te denken over de 'economische mogelijkheden voor
onze kleinkinderen'. Hij kwam tot deze conclusie:
"De dag is wellicht niet eens zo heel
ver af dat iedereen rijk zal zijn. Maar wees wel op uw hoede. De tijd daarvoor
is nog niet gekomen. Nog minstens 100 jaar moeten wij ons zelf en iedereen wijs
maken dat eerlijk gemeen is en gemeen eerlijk; want gemeen is nuttig en eerlijk
niet. Hebzucht, woeker en voorzorg moeten nog een tijdlang onze goden zijn.
Want alleen zij kunnen ons uit de tunnel van de economische nood naar het
daglicht leiden." 18
Keynes dacht dus ook dat het om een fase in de
geschiedenis van de mensheid ging. Heel naïef van zo'n groot economist.
[Wij]
Toch vinden wij dit een heel interessant
citaat. Immers blijkt dat Keynes de geldgierigheid aanprijst. Hij was er
kennelijk van overtuigd dat dat de motor van de economie is.
[T.M.]
Het is jammer voor Keynes dat hij niet
heeft kunnen kennis nemen van wat ik jullie hiervoor heb verteld. Keynes
verwarde namelijk de oerkrachten die in de mens actief zijn met de krachten
die, volgens de zondeval-hypothese, op de oerkrachten parasiteren en die doen
ontsporen. Het is dus niet nodig om hebzucht, woeker enzovoort de voorname
karakter-eigenschappen van de mens te laten zijn (zodat het pronkjuweel van de
Schepping tot de homo-economicus ineen schrompelt) ten einde een economie goed
te doen functioneren.
[Wij]
We moeten dus van het goede van de mens
uitgaan?
[T.M.]
Niet zoals het popcorn christendom en het
humanisme geneigd is dat te doen! 21
Immers, hoe zou je dan, stel ik dan als wedervraag,
moeten verklaren dat er zoveel verkeerd gaat in jullie wereld? Het is Blaise
Pascal geweest die de verwevenheid van goed en kwaad in het karakter van jullie
maatschappelijke orde treffend heeft verwoord. Het resultaat is minder cynisme
dan Keynes en meer realiteitszin dan de humanisten en de popcorn christenen. In
de Pensées 26 merkt Pascal op dat het
"billijk is dat wat recht is gevolgd
wordt", maar dat het "noodzakelijk is dat wat het sterkst is gevolgd
wordt. Recht zonder macht is machteloos, macht zonder recht is dwingelandij.
Recht zonder macht wordt weersproken, omdat er altijd bozen zijn, macht zonder
recht wordt beschuldigd. Men moet dus recht en macht bijeenvoegen en daarvoor
moet wat recht is sterk worden gemaakt of wat sterk is recht. Recht is aan
betwisting onderhevig, macht is zeer goed herkenbaar en onbetwist. Zo heeft men
geen macht aan het recht kunnen verlenen, omdat macht het recht weersprak en
zei dat zij zelf recht was. En aldus heeft men, daar men het recht niet sterk
kon maken, wat sterk is tot recht gemaakt."
Welnu, de markt is een sterke ordeningsvorm en die moet
tot recht worden gemaakt. Dat om drie redenen:
a. om orde te scheppen in een gekkenhuis, 27 dus dat jullie
elkaar niet te veel kwaad doen en
b. om te voorkomen dat jullie al te snel de eindige
schatkamers van de Schepping zouden plunderen.
c. om alle ontwikkeling en correctie, zoveel als mogelijk
over de band van de persoonlijke vrijheid te spelen.
[Wij]
Uw missie luidt dus, kort gezegd: verhoog de
weerstand tegen de boosheid van de mensen. Welke middelen hanteert U daarbij?
Maar eerst nog even dit: waarom breekt U de macht van mammon niet af?
[T.M.]
Ik heb inderdaad als opdracht de
weerstand tegen de verkeerde krachten in jullie te verhogen. Ik richt me
daarbij op de omgeving en de instrumenten die jullie hanteren. Dat is ook vrij
logisch, dacht ik, immers is het verkeerde vaak niet anders dan het nastreven
van op zich goede zaken met verkeerde middelen?
Overigens is het weerstand verhogen te zien als een
genadegift van de Allerhoogste. Iemand heeft het verschijnsel ooit Gemeene
Gratie genoemd. Het is een reële invloedssfeer sedert die invloeden in de
schepping kwamen die ik straks met de 'zondeval hypothese' heb geduid. Laat ik
een paar van de weerstanden benoemen.
Nu nog even over de vraag in hoeverre ik niet de opdracht
heb om mammon schadeloos te maken. Die opdracht heb ik maar met dien verstande
dat dit over de band van maximale keuzevrijheid voor jullie wordt gespeeld. Dat
neemt niet weg dat ik probeer te voorkomen dat hebzucht het laatste woord heeft
en wordt aangewakkerd. En er is de randvoorwaarde dat jullie vrijheid om te
kiezen boven het resultaat gaat. Ik moet het dus hebben van het vergroten van
het realiteitsgehalte van de kosten en opbrengsten van jullie keuzen en de
werkelijke waarden achter de waardering. Wat mij betreft mag je elke fuik
inzwemmen, maar ik moet het je laten weten. En daarbij is de markt slechts een
middel, een 'dienaar'.
[Wij]
Kunnen wij leren van de kapitalisten van het
Oude Testament: Abraham, Boaz enzovoort?
[T.M.]
Het zijn geen kapitalisten geweest in de
economische betekenis. Een kapitalist treedt op in een kapitalistische
economische orde. Dat wil zeggen een orde waarbij wetten, organisatie en
instituties van het economisch leven gericht zijn op schaarste en wel schaarste
van kapitaal, vermogen en zeggenschap over dat vermogen. Abraham was wel rijk,
maar had bijvoorbeeld maar weinig grond als bezit: genoeg voor een graf.
Overigens zijn kapitalisten niet altijd recht gedaan ten aanzien van hun
optreden, bij voorbeeld tijdens de industriële revolutie. Tijdens en direct na
de economisch-industriële revolutie was Europa economisch en sociaal zo
georganiseerd dat een maximale groei van kapitaal mogelijk was. Terwijl er een
zekere voortdurende verbetering van de omstandigheden van het dagelijks leven
van de massa van de bevolking plaatsvond was de samenleving zo geordend dat een
groot gedeelte van het toegenomen inkomen onder controle kwam van de klasse die
dit inkomen het minst waarschijnlijk zou consumeren. De nieuwe rijken van de
negentiende eeuw waren niet opgevoed met hoge uitgaven en gaven de voorkeur aan
de macht die investering hen gaf boven het genot van de directe consumptie. 17 Het was in feite
de ongelijke verdeling van rijkdom die de enorme groei van kapitaalgoederen
mogelijk maakte. Hier lag toch een rechtvaardiging van het optreden van
kapitalisten en het kapitalistisch systeem dat het alles een bijdrage leverde
aan de verbetering van de omstandigheden van de armen, hoofdzakelijk de
arbeiders. 30 Deze waren in Engeland van hun grond af gezet bij de Enclosure Movement,
een schrikkelijke onttrekking van rechten. Na de industriële revolutie is het
de massa-consumptie die de motor is van het kapitalisme.
Zowel Abraham en Boaz waren wel zeer rijk, maar dat was
rijkdom in een andere orde. Het was rijkdom in een rentmeestereconomie.
'Hebben' en 'zijn' waren niet zover losgekoppeld als in Uw consument-gedreven
economie. Markten en markttransacties vonden plaats maar waren ingebed in een
geheel van rechten en plichten en de herverdeling daarvan in de tijd. (Jeremia
gebruikt overigens de aankoop van een akker van zijn neef om er de zekerheid
van Gods beloften mee te onderstrepen. Vermeld wordt dat deze aankoop
schriftelijk werd vastgelegd met twee kopieën die door een priester in de
hoofdstad werden bewaard.) 9
[Wij]
Mogen wij concluderen dat Uw optreden in die
zogenaamde rentmeester-economieën niet nodig was?
[T.M.]
Die conclusie is juist. In jullie
economische orde zijn transacties sterk psychologisch of sociaal-psychologisch
bepaald. In een rentmeester-economie zijn ze ecologisch (wat is de draagkracht
van het land) en sociaal of cultureel ingebed. Het woord cultureel moet hier
worden gezien als afgeleid van cultus en van theocratische orde. Een
rentmeester moet rekenschap geven. Marktgedrag voltrok zich bovendien in een
sterk rhythmisch of cyclisch kader. Behalve het dag-nacht rhythme, de seizoenen
en, wie weet, de zonnevlekken cyclus in de graanopbrengsten, waren er de
bijzondere tijden en jaren. Het bekende jubeljaar herinnerde eraan dat men met
zijn eigendommen straks anderen zou moeten vrij kopen. Het eigendom was
verbonden met maatschappelijke plichten. 10
Maar het is juist dat ik in die economieën niet of
nauwelijks ben ingezet.
Over die situatie weet ik wel dat Collega Tijdgeest
Rentmeesterschap nogal wat werk heeft verricht om mensen tot handelen aan te
zetten en te voorkomen dat ze bleven afwachten en slechts aten wat het land
bracht. Risicomijdend gedrag was een groot probleem. Overigens weten wij dat de
God der goden het volk Israël heeft geleid zonder Tussenpersonen en
Tijdgeesten.
[Wij]
Wat is het kenmerk van Uw optreden in deze
tijd? Zien wij Uw optreden in zulke kreten als: 'De markt moet het doen?'
Eerlijk gezegd, daar worden wij wel eens een beetje misselijk van. Ook de
opvatting, 'de samenleving is niet maakbaar'. Ondertussen schijnt het een
vrijbrief te zijn voor ongebreidelde en dure massificatie, want behalve de
massa-consumptie wil de westerse mens zich ook nog onderscheiden. Commerciële
bedrijvigheid reikt daarbij de helpende hand door zich te bedienen van
psychologische diversiteit en segmentatie. Ieder kan zijn eigen merk shirt,
sportschoenen, auto enzovoort aanschaffen. Hoe wilt U dat tegengaan en wat moet
er van terechtkomen als U die mooie marktorde nog eens gaat versterken?
[T.M.]
Mijn missie is in de eerste plaats mensen
de consequenties van hun daden en van de ordening die ze hebben ontwikkeld te
laten zien. Dat is punt één. In de tweede plaats is het mijn taak om de markt
als een gedragscode te promoten. Beide doelstellingen zal ik toelichten. Ik
merk daarbij op dat mijn werk zowel in West- als in Oost-Europa zeer urgent is
geworden. Hoewel het enigszins buiten het bestek van dit gesprek ligt wil ik
toch wel kwijt dat de economische ordening van zowel het kapitalistische
systeem als van de communistische ofwel plan-socialistische economie op een
verkeerd mensbeeld berusten. In de economische orde van het Westen gaat men er
in toenemende mate van uit, dat de psychologische behoeftenschema's het
laatste woord moeten hebben. Dat is een systematische toepassing van de
opvatting dat welvaartsvermeerdering niet moet worden getoetst aan ethische
beginselen maar omgekeerd, dat het economisch proces van vermeerdering van
goederen (fysieke welvaart) bij voorbaat als een ethisch verantwoorde zaak kan
worden aangemerkt. Dit komt voort uit het zogenaamde utilitarisme. De vader van
deze moraalfilosofie J. Bentham stelde dat alleen het nuttigheidsprincipe
aangeeft wat mensen en overheden behoren te doen. Handelingen moeten niet op
motieven maar op effect worden beoordeeld meende hij. Plezier is het enige
goede, pijn is het enige kwade. Jullie Goudzwaard citeert de kern van Benthams
filosofie uitvoerig. 13 Het is zijns inziens van de grootste betekenis geweest
voor de ontwikkeling van jullie economische orde. Herinner je ook wat Keynes
heeft gezegd. De natuur, zei Bentham, heeft de mensheid geplaatst onder twee
souvereine meesters, de pijn en het plezier. Het is alleen aan hen voorbehouden
om aan te wijzen wat wij moeten doen, als ook te bepalen wat wij zullen doen.
Aan de ene zijde is de standaard van goed en kwaad, aan de andere zijde de
keten van oorzaak en gevolg aan hun troon vastgeketend. Zij beheersen ons in
alles wat we doen en het principe van het nut erkent deze onderworpenheid.
Zelfs, al vult men dit principe in met de doelstelling
'the greatest happiness for the greatest number' zoals Bentham zelf deed, dan
nog leidt het tot een mensbeeld dat niet deugt. Het is zowel te optimistisch
als te zwartgallig. Te optimistisch is het om het marktgedrag als maatstaf van
de bewerking van de Schepping te hanteren en te denken dat de markt wel zorgt
dat het allemaal goed komt. Te zwartgallig is het omdat het de mens ziet als
dat naargeestige wezen dat in de literatuur de 'homo economicus' is gedoopt.
[Wij]
Mogen we hier even tussen komen. Het communisme
tempert toch wel de uitwassen van de menselijke begeerte in zoverre als dit
systeem naar gelijkheid streeft?
[T.M.]
Zeker, zowel het communisme als ook het
kapitalisme temperen de uitwassen van de ongelijkheid enigszins. Het
kapitalisme maakt er tevens gebruik van, als je dat tenminste zo kunt zeggen. 12
[Wij]
Maar wij vielen U in de rede. Het ging vooraf
om de twee hoofdelementen van Uw missie.
[T.M.]
Ja, het heeft er wel mee te maken uiteraard.
Mijn opdracht luidt ten eerste om de mensen de consequenties van hun handelen
te laten zien. De markt is het onderwerp van een Tijdgeest geworden om weer
iets van individuele vrijheid te laten zien. Het gaat uiteindelijk om het doen
van keuzes. Daarbij gaat het steeds om goed en kwaad en de keuze daar tussen.
Nu het economische alle menselijke relaties heeft doordesemd, is het mijn taak
om het doel van het economisch handelen te plaatsen in het perspectief van de
vrijheid van keuze. Je kunt stellen dat je elk moment een keuze doet die ook
anders had kunnen zijn. Maar omdat de ethische beginselen geheel door
nuttigheidsrelaties zijn vervangen, is elke keuze een sprong in het duister of
deterministisch gezegd: geheel gepredestineerd. Dit ligt dichter bij elkaar dan
je op het eerste gezicht zou denken. Het is mijn taak om met simpele middelen,
zoals 'profijtbeginsel' en het verhandelbaar maken van 'milieurechten' en
straks ook 'ontwikkelings- en leefrechten', jullie de werkelijkheid onder ogen
te houden. Maar dan onder de voorwaarde van persoonlijke vrijheid en
verantwoordelijkheid. Al die keuzen die je doet, vormen stappen die je toekomst
bepalen in het hier en nu en voor jullie onsterfelijke zielen in het
hiernamaals.
Het helder voor ogen stellen van keuzes is dus om, waar
ethiek het handelen hoorde te bepalen, het nuttigheidsprincipe ook op langere
termijn geldelijk te laten doorwegen. Dat zal er toe leiden dat er weer
gediscussieerd zal worden over economische grondrechten en daarmee ook ethische
beginselen. In het bijzonder wil ik jullie wereld wakker maken zoals de
verloren zoon wakker werd bij de zwijnendraf. Ecologisch gezien heeft het
Westen zijn erfdeel vrijwel opgeteerd: het milieu. Omdat het milieu door jullie
beschouwd wordt als een onuitputtelijke bron voor de produktie van 'nut' breng
ik het onder jullie aandacht als ECO Systems BV met een beperkte voorraad
essentiële goederen. 28
De kapitalistische economie richt zich op vergroting van
nuttigheid overeenkomstig menselijke behoeften schema's. Dat wordt wel bereikt
maar ten koste van een toenemende chaos in de ECO Systems. De draagkracht van
de schepping en het herstelvermogen zijn niet oneindig. Nu is die chaos
weliswaar enigszins onvermijdelijk, maar bij een vergaande aanpassing van
behoeften kan de duurzaamheid uiteraard wel zeer gunstig worden beïnvloed, dat
betekent dat jullie gedurende jullie leven minder van de diensten van ECO
Systems verbruiken. De ECO Systems van de aarde vormen, in de taal van jullie
cultuur, een omvangrijke en onmisbare reeks verborgen diensten. Zij zijn de
motor op het wiel van jullie economische orde. De diensten waren tot nu toe
echter geheel gratis. Voor een deel blijft dat wel, maar voor een deel is
duidelijk geworden dat het schaarse bronnen zijn. Dat betekent niet anders dat
ze onderdeel worden van het dagelijks handelen, van de keuzes die jullie elke
dag maken.
Het gaat hier om een ingrijpende verandering in jullie
leven. De keuzes kunnen alleen met behoud van persoonlijke vrijheid worden
gemaakt indien het kiezen op marktconforme wijze plaatsvindt. Dan wordt een
stukje schepping in de marktorde betrokken en staan jullie voor de vraag hoe
rechten moeten worden verdeeld, alvorens er in gehandeld kan worden. Langs deze
weg zal ik ook bereiken dat mensen economie anders gaan zien en ook schoon
water, schone lucht, betere perspectieven voor hun kinderen en voor de mensen
ver weg als economische goederen gaan waarderen. Dat doe ik door een nieuw, wat
anders gericht 'groei-geloof' te stimuleren. Ik geef mensen het gevoel dat er
wat te verdienen valt. In zekere zin is dat ook zo. En dat wordt meer het geval
als jullie je waarden en normen aanpassen. Deze markt-geest hier zal jullie een
eindje op weg helpen. Alleen ik kan jullie namelijk nog beschreeuwen. Collega
Rentmeesterschap heeft het bij jullie moeten opgeven.
[Wij]
Toch, dat idee van die verhandelbare
milieurechten - wordt Uw Heer daar wel mee geëerd. Om de waarheid te zeggen:
het komt ons rondweg duivels voor. Handel in iets wat je eigendom niet is; rechten
geven op iets wat helemaal niet zou mogen en er dan ook nog geld aan verdienen.
Kom nou!
[T.M.]
Mijn Heer heeft mij ook hier weer een
corrigerende rol toebedeeld. Het duivelse zit hem niet in het
correctiemechanisme, maar eerder in de val waarin jullie je bevinden. Niemand
van jullie is zonder de fundamenteel kwalijke trekjes van begeerte, egoïsme en
hoogmoed. Het zogenaamde consumentengedrag is de legaliserende term van zowel
deze kant van jullie als van het gewoon goed huismoeder of huisvader zijn. Nu
valt mij op dat mensen zoals jullie liever het principe 'de vervuiler betaalt'
willen hanteren, dan het marktprincipe toepassen op milieu, inclusief de
verhandelbaarheid van milieugebruikersrechten. Zijn de intenties en de effecten
van dat principe wel zo mooi als jullie denken? Zal dat niet neerkomen op 'de
produkten die ik koop zijn onder milieu-vervuilende omstandigheden geproduceerd
dus moet ik betalen om de gevolgen daarvan te corrigeren. Als ik maar betaal
dan is het goed'. Het is duidelijk dat de ongelijkheid in koopkracht zo ook ten
aanzien van milieu-effecten doorwerkt. Op zijn best worden de bedrijven door
verplichtingen, verordeningen en verboden gedwongen schoon te produceren en dan
is het effect vergelijkbaar met milieu een schaars en dus marktbaar goed te
maken. Toch is de prikkel om schoner te zijn nooit zo universeel als bij
verhandelbare milieu-rechten. Want bij dat principe betaalt de vervuiler
namelijk net zo goed: dat is de uiteindelijke verbruiker. De markt geeft echter
de beste garantie voor vrijheid van keuze en voor creativiteit bij het vinden
van oplossingen bij beperkende omstandigheden.
Zoveel mogelijk krijgt iedereen direct het effect van
zijn handelen te verwerken. Het gaat echter in de milieu-economie nog niet om
absolute waarden, maar om richting en snelheid van verandering. Het
marginaliteitsprincipe zeggen mijn hulpjes (de economisten, GD) Elke keer gaat
het om een stapje. Voor elk stapje een keuze. Keuze, dat is de beperking door
het marktmechanisme. Keuze, keuze, keuze, mensen. Daar zal ik jullie mee
confronteren. Keuze, there is no such thing as a free lunch. 2 Kiezen zullen
jullie tot de metafysische vraag volgt op de economische vraag. 3 Tot het jullie om
de absolute en niet meer uitsluitend om de marginale waarden gaat.
[Wij]
Dat van die richting en snelheid van
verandering snappen wij nog niet goed.
[T.M.]
Jullie zijn niet de enigen aan wie het
inzicht in de sterktes en zwaktes van de markt ontbreekt. Laat ik ter
illustratie een analogie maken met de opvoeding in een gezin. De vader heeft de
leiding. Hij geeft ieder het zijne en verdeelt de taken. Hij ziet er op toe dat
de huisregels worden geëerbiedigd. Zie hem als de personificatie van een
economische orde. Hij bestraft de overtreder en straft als hij niet wordt gehoorzaamd.
Hij beloont (maar niet zo vaak) het gewenste gedrag. Welnu, zo werkt jullie
maatschappelijke economische orde niet. De economische orde is gericht op
beloning en ontwikkeling, gericht op elk stapje in de goede richting. Auto's
zijn nu veiliger dan vroeger en hun prijs is minder gestegen dan het gemiddelde
inkomen. Vergelijk dus de economische orde niet met de harmonie van een gezin.
Integendeel vergelijk de economie met een instituut voor moeilijk opvoedbare
kinderen. Daar is gehoorzaamheidstraining of training in de richting van goed
gedrag essentieel. Die training is gebaseerd op beloning. Elk klein stapje in
de goede richting wordt beloond. Lees de handboeken er maar op na. Een voorbeeld.
De leidster vraagt zo'n op te voeden kind: "Geef mij die handdoek daar op
de stoel eens aan". Het kind kijkt naar de leidster en naar de handdoek
daar op de stoel, maar verzet geen stap. Laat staan dat de leidster de handdoek
wordt overhandigd. Een huisvader zou deze ongehoorzaamheid constateren en straffen.
Het kind wordt echter door de leidster beloond. Waarom? Omdat het de twee
eerste stapjes in de goede richting heeft gedaan: het keek de leidster aan en
het keek naar de handdoek. "Goed zo!" zegt de leidster. Het kind had
immers ook niets kunnen doen. Nu wordt het gestimuleerd de volgende keer iets
verder te gaan. Er is een marktrelatie met de leidster ontstaan. Als het de
volgende keer de handdoek beet pakt krijgt het kind een zoen. En als het de
opdracht uitvoert wel twee dropjes. Dat is een eenvoudig maar treffend beeld
van onze markteconomie: beloning en ontwikkeling. Niveaus zijn veel minder of
niet belangrijk. Nee, het gaat om richting en snelheid van verandering. Wie
beoordeelt die ontwikkeling? Dat is de markt: daar wordt de geldelijke
uitdrukking van de dringendheid van onze behoeften geconfronteerd met de
geld-kosten van de verwezenlijking van onze wensen. Een mooi voorbeeld van dat
laatste, ter illustratie, heb ik ooit eens van meneer Jamin afgeluisterd. Toen
meneer Jamin afscheid nam van zijn bedrijf zei hij tegen de medewerkers:
"Wat betreft de toekomst van ons
bedrijf; maak je maar geen zorgen. Mensen zullen altijd blijven snoepen. Slecht
voor de tanden? Och, gegeven 's mensen geneigdheid kan niemand zoveel bijdragen
aan de oplossing van het probleem van tandbederf als wij, door minder cariës
veroorzakende grondstoffen te gebruiken."
Zo is dat.
[Wij]
Maar verstandige mensen zouden helemaal niet
moeten snoepen.
[T.M.]
Nee, natuurlijk niet. Verstandige mensen
hebben beoordelingscriteria ten aanzien van hun behoeften die van hogere orde
zijn dan de sociale psychologie van de markt.
Kijk, de vrijheid van keuze is in de economie geen
absolute vrijheid. Economische ontwikkelingen volgen hun eigen 'logica' en
wetten. Technische ontwikkeling verloopt bijvoorbeeld via trajecten zoals de
uitvinding van de verbrandingsmotor met een paar wielen eronder geleidelijk tot
de moderne automobiel anno 1993 werd. Het proces is een technologisch
paradigma. Hetzelfde zie je in het voorbeeld van KI in de veefokkerij: eerst
KI, dan de selectiescherpte van vaderdieren verhogen (je hebt er maar een paar
nodig), dan hetzelfde doen bij moederdieren door embryotransplantatie. Het
laatste is vrij duur dus wordt gepoogd het geslacht van het jonge dier vooraf
vast te stellen. Vervolgens als je iets hebt wat je wilde hebben dan
vermenigvuldig je door te klonen. Bij dat alles zijn er nog te veel kansen op
verrassingen, dus wordt, ten tenslotte, genetische modificatie geprobeerd. Deze
voorbeelden maken duidelijk dat deze 'vooruitgang' haar eigen momentum heeft,
zoals Henry Ford zei:
"Elke kleur is mogelijk, mits
zwart".
De veranderende omstandigheden dwingen mensen om zich
volgens bepaalde manieren te gedragen. Hun keuze-mentaliteit wordt dus door de
omstandigheden gevormd. 31 Bovendien lijkt er sprake van irreversibiliteit in de
persoonlijke keuzevrijheid te zijn. Ben je bijvoorbeeld even vrij om voor het
'goede' te kiezen als het 'kwade'? Wordt nu alstublieft niet boos, ik vraag
alleen maar.
[Wij]
Betekent dat dat verstandige mensen zich
zoveel mogelijk aan markten en markt-relaties onttrekken?
[T.M.]
Die gevolgtrekking is er weer naast. Dat
betekent nou net niet dat de markt als modus van sociaal contact en interactie
niet goed zou zijn. En daarmee kom ik op de tweede hoofdlijn in mijn opdracht
bij jullie.
Dus, tenslotte, de markt als modus van sociale
interactie. Marktrelaties hebben niet alleen te maken met kopen en verkopen. Ze
leggen in het algemeen iets intersubjectiefs, iets objectiefs, in het onderling
verkeer van jullie mensen. De abstracte marktrelatie past bij interactie van A
en B even goed als bij C en D enzovoort.
Dit vertrouwen hoeft echter geen verstrekkende
persoonlijke relatie te betekenen. Het gegeven woord heeft betrekking op de
termen van de transactie. Een belofte tot morgen geldt overmorgen niet; een
tweedehands auto voldoet aan de gegeven specificaties; morgen leveren betekent
ook: tot morgen is de verkoper verantwoordelijk enzovoort. Alleen bij relaties
waarbij liefde of vriendschap in het spel is, gaat de gebondenheid aan het
woord verder dan de termen van zakelijke transacties. De markt is dus
second-best, de markt is in wezen onpartijdig en laat mensen vrij in
interpersoonlijke relaties, gegeven de harde eis van woord houden. Mensen staan
nu eenmaal in hun onderlinge relaties in economische verhouding. Zonder goede
economische ordening kunnen mensen niet met elkaar omgaan. Als je dat niet
gelooft, moet je eens in Joegoslavië gaan kijken. De markt geeft mogelijkheden
tot interactie in een situatie van gebrek aan vriendschap, liefde of zelfs bij
persoonlijke wederzijdse onverschilligheid met betrekking tot de
niet-economische aspecten. Inderdaad, de markt-relatie is de second-best van
alle menselijke relaties. Dat is ook een stuk van de verklaring waarom zovele
refugiés ten tijde van de godsdienstvervolgingen in de zestiende en zeventiende
eeuw in Nederland domicilie zochten. Het is ook de verklaring van het
Nederlandse handelssucces in die tijd. Het is de verklaring waarom gedurende de
80-jarige oorlog de handel met Spanje ook in stand bleef. Het is tenslotte de
verklaring die Max Weber onvoldoende heeft benadrukt in zijn poging om
kapitalisme en calvinisme met elkaar in verband te brengen. Om de reveil van
het woord en de ernst van de keuze is mijn dominie zo snel uitgebreid. Ik zal
zo weerstand doen. Aan de hoge geestelijke dingen kom ik niet toe. Het hogere
kan zonder het lagere niet bestaan in jullie wereld.
[Wij]
Mogen wij U, tot slot, nog een persoonlijke
vraag stellen?
[T.M.]
Een persoonlijke vraag mogen jullie mij
stellen. Een persoonlijk antwoord kan ik jullie niet geven. Dat blijft
voorbehouden aan meer ingewijden. Uit jullie vragen blijkt wel enig inzicht,
maar tot de ingewijden horen jullie zeker niet. Wees daarom voorzichtig met de
resultaten van dit gesprek. En als wijzere mensen het jullie beter willen
leren, wees dan zo bescheiden om je te laten onderwijzen.
[Wij]
Ziet U openingen voor succes op Uw werk? Is er
bereidheid bij mensen om over de ethiek van de markt, en over ethiek van de
besturing van het marktmechanisme te gaan nadenken?
[T.M.]
Kijk om je heen. Dan zie je dat de
maatschappelijke structuren (in Oost- en West- Europa in het bijzonder) zijn
vastgelopen. Beide gebieden zijn vrijwel volledig geseculariseerd. Beide gebieden
worden gekenmerkt door gapende leegte, filo-sofisch, theologisch en - wie zal
zich erover verwonderen - economisch. Uit die leegte gaapt men elkaar aan.
De dreiging van onderlinge stammenstrijd neemt overal toe. Men weet niet meer
hoe de oude structuren overeind te houden. Wat ik ook zie is echter dat men
weer teruggrijpt naar oude geschriften. In het bijzonder ook het Oude
Testament, de Psalmen en de allerruwste versies van de evangeliën. Men gaat
weer oude regels uitproberen. Op kleine schaal, van mens tot mens. Als mijn
priesters nu ook nog hun schijn-wetenschappelijke schijn-vastigheden durven
loslaten en de vraag naar de grondslagen voor hun werk durven stellen, dan zijn
we weer aan het bouwen. Maar ik houd er rekening mee dat het in mijn domein zal
gaan zoals het meer is gegaan: de vernieuwing komt van de basis en later zal er
weer een theorie bij worden ontwikkeld. Een ding zal ik ze duidelijk maken: dat
de tijd voorts kort is. Daarover kan een Tijdgeest het laatste woord claimen.
1 De
auteur heeft dankbaar gebruik gemaakt van kritisch commentaar en suggesties van
prof. dr Arie Brand
2 Titel
van een interview met Milton Friedman in Playboy.
3 "Ik
zag een grote vergadering van reusachtige, onbeweeglijke gedaanten, allen in
diep stilzwijgen staand rondom een kleine zilveren tafel, waar hun ogen op
gevestigd waren. En op de tafel bevonden zich kleine figuren als schaakstukken,
die af en aan liepen en 't een of ander deden. En ik wist dat ieder stuk het
idolum of de representerende marionet was van een der machtige toeschouwende
wezens. En de handelingen en bewegingen van ieder stuk vormden een levend
portret, een nabootsing of pantomime, die het innerlijkst wezen van zijn
kolossale meester tekende. En deze schaakstukken zijn mannen en vrouwen, zoals
ze zich zelf en elkander in deze wereld zien. En de zilveren tafel is de tijd.
En zij die daar staan als toeschouwers zijn de onsterfelijke zielen van diezelfde
mannen en vrouwen."[20]
4 Aalders,
W., De tijdgeest weerstaan, Amsterdam 1984, blz. 251.
5 Banning,
W., Machten en mensen, Haarlem 1959.
6 Bavinck,
J.H., Het raadsel van ons leven, Kampen, blz. 61 en verder.
7 Bavinck,
J.H., a.w., blz. 134, blz. 60.
8 Berkhof,
H., Christus en de machten, Nijkerk 1952.
9 Binswanger,
H.P., K. Deininger en G. Feder, Power, distortions and reform in agricultural
land markets in: Handbook of Development Economics, Vol III (J. Bereman
en T.N. Srikivasan, eds), 1992, blz. 50.
10 Dijk,
G. van, Leven uit de 'dode hand', (inaugurele rede), Wageningen 1991.
11 Foerster,
F.W., Theologisches Wörterbuch zum Neuen Testament, Stuttgart.
12 Goudzwaard,
B., en H.M. de Lange, Genoeg van te veel - genoeg van te weinig,
Baarn 1991, blz. 140.
13 Goudzwaard,
B., Kapitalisme en vooruitgang, Assen 1982, blz. 321, blz. 37 en verder.
14 Graaff,
F. de, Het geheim van de wereldgeschiedenis, Kampen 1982.
15 Jager,
O., Interviews met de tijdgeest, Kampen 1956, blz. 167.
16 Kakes,
H., Waar zijn de engelen nu?, Kampen.
17 Keynes,
J.M., Economic consequences of the Peace, 1919, blz. 16-17.
18 Keynes,
J.M., geciteerd in: E.F. Schumacher, Hou het klein, Bilthoven 1973, blz.
287, blz. 39.
19 Kuyper,
A., De Gemeene Gratie, Kampen 1932.
20 Lewis,
C.S., De grote scheiding, Baarn 1974, blz. 152, blz. 144.
21 Lewis,
C.S., De sleutel tot het geheim, Amsterdam 1959, blz. 158.
22 Lewis,
C.S., The four loves, Collins Fount Paperback, 1987, blz. 128, blz. 107
23 Lewis,
C.S., The Pilgrims Regress, Glasgow 1933.
24 Lewis,
C.S., a.w., blz. 193.
25 Lewis,
C.S., a.w., blz. 191.
26 Pascal,
B., Gedachten (vertaling J.A.C. Lenders), Utrecht 1963, gedachte 298.
27 Pascal,
B., a.w., gedachte 331.
28 Prins,
R., Natuurlijke rijkdom: Biologische achtergronden van de diversiteit in de
natuur, WNF, symposium Biologische Diversiteit, 22 nov 1989 Amsterdam
1989.
29 Riessen,
H. van, Mondigheid en de machten, Amsterdam 1971.
30 Robinson,
J., Economics, an awkward corner, London 1966, blz. 95, blz. 12-13.
31 Schumpeter,
J., Capitalism, socialism and democracy, 1954.
32 Vries,
A. de, Bartje zoekt het geluk, Nijkerk 1935, blz. 200.