Abraham Zien, Israël gezien door schrijvers in het westen. Door Bert Engelfriet.

Oost en west botsen nu op Europees grondgebied. Maar zij hebben sinds de aanwezigheid van de nakomelingen van Abraham al twee duizend jaar lang tegenover elkaar gestaan. Abraham zien geeft in tien portretten een westers beeld van een oosters volk.


 
Botsingen worden begeleid door beeldvorming. Beeldvorming is vaak schadelijk, omdat zij het leven vertekent en misvormt. In veel nieuwsbeelden is het weerbare Israël het mikpunt van kritiek. Dit boek stelt scheve beelden uit heden en verleden aan de kaak. En ontmaskert stereotype beeldvorming aan de hand van reacties van toonaangevende literatoren, van Shakespeare tot Kafka en van Revius tot Mulisch. Daarnaast komen ook vooraanstaande filosofen en theologen ter sprake, van Kant tot Sartre en van Bernard van Clairvaux tot Karl Barth.
 
De auteur dr. L. Engelfriet studeerde Nederlands, filosofie en theologie, promoveerde op Bilderdijk en het Jodendom en schreef diverse artikelen over Israël en het westen. Hij is werkzaam als docent en voorganger in de PKN.

 

INHOUD:

 

Inleiding


 
1. Israël en Europa
   Tora en Europese grondwet

 
2. Demonisering van de Joden: fictie en feit
    De woekeraar en andere clichés

 
3. ‘Het zijn de Joden niet …’
    Israël bij de calvinist Jacob Revius en zijn katholieke tijdgenoot Joost van den Vondel

 
4. Een volk van bedriegers (Immanuel Kant)
     Verlichte denkbeelden over het Jodendom

 
5. 1796: Joden worden Nederlanders
    Reactie van toonaangevende protestanten

 
6. Vrijwillige ballingschap
    Isaäc da Costa over Israël en de volken

 
7. ‘De Joodse heiligen doen meer boete…’
    Frederik van Eeden in gesprek met Martin Buber

 
8. ‘Wie Abraham zegent, wordt gezegend’
     Frank de Graaff en de toekomst van het Westen

 
9. Engelen en demonen in de moderne cultuur
    Franz Kafka, Harry Mulisch en Marc Chagall; Karl Barth en Frank de Graaff

 
10. Het fundamentalisme als moderne beweging
    Fundament, fundamenteel, fundamentalistisch
 

 

Inleiding

 
Dit boek geeft in tien portretten een westers beeld van een oosters volk. Oost en West botsen nu op Europees grondgebied, maar hebben sinds de aanwezigheid van de nakomelingen van Abraham al twee duizend jaar lang tegenover elkaar gestaan.

 
Botsingen worden begeleid door beeldvorming. Religieuze, ideologische en politieke denkbeelden zijn in de geschriften van diverse denkers en dichters terug te vinden. Daaruit blijkt dat de zonen en dochters van Abraham zelden als verwanten van de Messias gezien zijn. De zwerftochten in het Midden-Oosten van Abraham en zijn nazaten zijn op schrift gesteld en als Heilige Schrift in het Westen bekend geworden. Daarna zijn de westerse volkeren met dit geschrift op de loop gegaan. Hoewel de eerbied voor de bijbel volgens Friedrich Nietzsche tot de hoogste trap van Europese beschaving geleid heeft, heeft het Westen de Joden vrijwel nooit blijk gegeven van grote erkentelijkheid.

 
Mijn portretten bevatten enkele westerse stereotypen van de Joden. Ik rangschik de reacties daarop van toonaangevende literatoren, van Shakespeare tot Kafka en van Revius tot Mulisch. Daarnaast komen ook vooraanstaande filosofen en theologen ter sprake, van Kant tot Sartre en van Bernard van Clairvaux tot Karl Barth. Mijn beschrijving weerspiegelt de tijd van ontstaan, maar legt ook verbinding met de moderne tijd. Zo ontstaat weliswaar een selectief, maar toch behoorlijk representatief beeld van de visie die invloedrijke auteurs op Israël naar voren gebracht hebben. Helaas is de visie van degenen die in de Joden verwanten van de Messias gezien hebben, zoals de godsdienstwijsgeer Frank de Graaff, niet prominent in de geschiedenis van het Westen aanwezig.

 
Beeldvorming is vaak schadelijk, omdat zij het leven vertekent en misvormt. In veel nieuwsbeelden is het weerbare Israël het mikpunt van kritiek. In het spoor van Mozes en de Tora hebben Joden de manipulerende beeldvorming gewantrouwd. Van de schaduwzijde van deze beeldvorming zijn zijzelf in het avondland langdurig de zwijgende getuigen geweest. Volgens Isaäc da Costa hebben Joden desondanks in barmhartigheid en liefdadigheid de christenen een beschamend voorbeeld gegeven. Deze Joodse dichter kon zijn mond openen, omdat hij lid was van de christelijke kerk.

 
Abraham zien behandelt schaduwzijden van de beeldvorming bij toonaangevende schrijvers in West-Europa, en kan daar maar weinig licht brengende beelden tegenover stellen. De navolging van Jezus in de christelijke traditie schiet schrijnend tekort. Ik wil scheve beelden aan de kaak te stellen en stereotype beeldvorming ontmaskeren, omdat respect voor de Joden, de Tora en de profeten elke waarde verdiept en het leven rechtvaardigt.